Wetenschap ontdekt feiten door observatie. Niet alleen wetenschap, maar academische disciplines in het algemeen kunnen worden beschreven als een intellectuele activiteit die universele feiten identificeert door observatie en deze als kennis accumuleert.
Aan de andere kant is de ontwikkeling van objecten en systemen een andere intellectuele activiteit dan die van de academische wereld. Ontwikkeling creëert nieuwe objecten en systemen door middel van ontwerp, waardoor materiële welvaart en technologische vooruitgang worden gerealiseerd.
Over het algemeen is er een relatie waarbij kennis die is opgebouwd via academische disciplines, wordt gebruikt bij ontwikkeling.
Bovendien accumuleren sommige academische velden, zoals engineering, kennis die tijdens de ontwikkeling is ontdekt. Dergelijke velden worden toegepaste wetenschappen genoemd en worden soms onderscheiden van basiswetenschappen zoals natuurkunde.
Academische disciplines richten zich dus op het ontdekken van feiten door observatie, terwijl ontwikkeling zich richt op de uitvinding van objecten en systemen door middel van ontwerp, wat verschillende assen van intellectuele activiteit aantoont.
Echter, zelfs binnen de academische wereld bestaat de intellectuele activiteit van uitvinding door ontwerp.
Dit is frameworkontwerp.
Een duidelijk voorbeeld van frameworkontwerp in de wetenschap zijn het geocentrische en heliocentrische model.
De geocentrische en heliocentrische modellen zijn geen hypothesen die wedijveren over welke feitelijk is. Het zijn keuzes over welk conceptueel kader moet worden toegepast om waargenomen feiten te interpreteren.
En hun waarde wordt niet beoordeeld op juistheid, maar op bruikbaarheid, en ze worden geselecteerd op basis van bruikbaarheid voor elke specifieke situatie.
Dit is precies uitvinding door ontwerp, niet ontdekking door observatie.
Bovendien zijn de Newtoniaanse mechanica, relativiteit en kwantummechanica ook voorbeelden van frameworkontwerp. Ook dit zijn conceptuele kaders waarvan het gebruik wordt gedifferentieerd op basis van bruikbaarheid, niet juistheid, afhankelijk van de situatie.
Deze worden paradigmaverschuivingen genoemd, maar het is nauwkeuriger om ze niet te zien als een volledige verschuiving in denken, maar als een toename van bruikbare opties. Daarom is het wellicht passender om ze paradigma-uitvindingen of paradigma-innovaties te noemen.
Niet beperkt tot de wetenschap, worden soortgelijke bruikbare conceptuele kaders in diverse academische disciplines soms nieuw uitgevonden, in plaats van ontdekt door observatie.
Op deze manier georganiseerd, wordt het duidelijk dat uitvinding door ontwerp een zeer belangrijke positie inneemt als intellectuele activiteit, zelfs binnen de academische wereld.
Verschillen in Vaardigheden
Ontdekking door observatie en uitvinding door ontwerp zijn wezenlijk verschillende intellectuele activiteiten. Bijgevolg vereisen ze verschillende vaardigheden.
Degenen die grote paradigma-innovaties teweegbrachten in de academische wereld, bezaten waarschijnlijk deze twee afzonderlijke vaardigheden.
Aan de andere kant kunnen veel academici en onderzoekers erkenning krijgen door papers te schrijven als ze uitblinken in de intellectuele activiteit van het doen van ontdekkingen door observatie binnen reeds uitgevonden frameworks.
Daarom bezitten niet alle academici en onderzoekers noodzakelijkerwijs de vaardigheden voor uitvinding door ontwerp. Sterker nog, de mogelijkheden om zich bezig te houden met uitvinding door ontwerp of om het belang ervan te leren, zijn wellicht niet overvloedig.
Het is dus niet verrassend dat de meeste academici en onderzoekers neigen naar de vaardigheden voor ontdekking door observatie, en de vaardigheden voor frameworkontwerp niet bijzonder hebben verworven.
Software-ingenieurs
Aan de andere kant zijn er mensen wiens beroep ontwikkeling is. Een uitstekend voorbeeld zijn verschillende soorten ingenieurs die betrokken zijn bij ontwikkeling.
De vaardigheden voor uitvinding door ontwerp zijn, in verschillende mate, een essentiële vaardigheid voor ingenieurs in hun respectievelijke vakgebieden. Bovendien worden deze vaardigheden opgebouwd door dagelijks ontwikkelwerk.
Deze ontwerpvaardigheden zijn echter zeer gespecialiseerd, uniek voor elk vakgebied en, afgezien van de zeer basale aspecten, niet gemakkelijk overdraagbaar naar andere gebieden.
In het bijzonder is frameworkontwerp in de academische wereld een gespecialiseerd vakgebied dat het herconfigureren van abstracte concepten op een meta-niveau omvat.
Daarom betekent het simpelweg bezitten van ontwerpvaardigheden niet dat men deze kan toepassen op frameworkontwerp.
Onder ingenieurs zijn software-ingenieurs echter speciaal. Dit komt omdat zij routineus de taak uitvoeren van het herconfigureren van abstracte concepten op een meta-niveau in softwareontwerp.
Om deze reden bezitten software-ingenieurs potentieel de vaardigheden die nodig zijn voor frameworkontwerp in de academische wereld.
Natuurlijk moet men, om deze vaardigheden te kunnen toepassen op geavanceerde gebieden zoals academisch frameworkontwerp, uitblinken in het ontwerpen van abstracte concepten.
En individuen met de gewoonte om dagelijks nieuwe ontwerpmodellen te overwegen, zouden hiervoor zeer geschikt zijn.